Sinds september 2017 is Abano’s Java Developer Nico aan de slag als ontwikkelaar bij het departement Mobiliteit en Openbare Werken (afdeling Geotechniek) gelegen op het technologiepark in Zwijnaarde.

 

Wat doet Geotechniek?

Bij het bouwen van bruggen, kaaimuren, dijken, tunnels, enz. onderzoekt Geotechniek de eigenschappen van de ondergrond en geeft voorspellingen hierover aan de opdrachtgever.

Proeven en metingen worden zowel op het veld als in het laboratorium uitgevoerd. Op het veld worden hoofdzakelijk sonderingen en boringen uitgevoerd. Om de grondkarakteristieken nog beter te kennen is er soms nood aan speciale terreinproeven zoals vinproeven en doorlatendheidsproeven.

Bij sonderingen op het veld worden er stalen buizen in de grond geduwd met aan het uiteinde een meetelement. Zo wordt de weerstand van de grond om de 2 cm gemeten. Bij boringen wordt de grond losgemaakt en worden grondmonsters in bussen naar de oppervlakte gebracht. Experten beoordelen die monsters dan naar hun aard (zand, klei, leem, veen, …). Alle terreinproeven worden uitgevoerd volgens een bepaalde methode die beschreven staat in een normatieve referentie. Geotechniek heeft voor elke terreinproef een ISO accreditatie / certificatie.

In het laboratorium van Geotechniek kan u terecht voor hoogkwalitatieve proeven op grondmonsters. Resultaten van laboratoriumproeven en de evaluatie ervan laten een nauwkeuriger modellering van de grondgesteldheid toe. Ze geven een nog beter inzicht in het gedrag van de grond. Grond kan onderverdeeld worden in verschillende soorten (grind, zand, leem, klei, veen). Om de identiteit van de grond te bepalen worden een aantal proeven uitgevoerd en aan de hand van de resultaten van de korrelgroote van de grond, het gehalte organische en kalkachtige stoffen en de kennis van de consistentiegrenzen weten we met welke soort grond we te maken hebben.

Grond bestaat meestal uit 3 componenten: de korrels, water en lucht. Afhankelijk van de hoeveelheid van elk element en hoe ze tegenover elkaar ‘schikken’ zal de grond eens specifiek gedrag vertonen. De schuifweerstand van de grond speelt een zeer grote rol bij de berekening van het meest kritische faalmechanisme. De kennis hiervan is noodzakelijk bij het bouwen van een brug, dijk, tunnel, grondkeringen, … Geotechniek helpt de klant bij het kiezen van de meest geschikte proefmethode om de schuifweerstand te bepalen (standaard triaxiaal tot advanced extension testing).

Verschillende grondsoorten hebben ook vaak mechanische eigenschappen die nogal kunnen verschillen van elkaar. Zo is klei veel minder doorlatend dan zand en over het algemeen ook veel meer samendrukbaar. Doorlatendheid speelt uiteraard een rol bij het gedrag van bijvoorbeeld een waterkerende dijk en bij het ontwerp van een grondwaterbemaling. En voor de fundering van je constructie bekijk je ook best de zettingen!

De resultaten van zowel terrein- als laboproeven vormen de basis van geotechnische studies en adviezen. Het geotechnische aspect (rol en gedrag van de grond) van ontwerpen wordt grondig bestudeerd. Vraagstellingen ivm draagkracht, stabiliteit en vervormingen, … van de grond worden op een deskundige manier op basis van berekeningen met geavanceerde modellen beantwoord en gerapporteerd aan de klant.

Types applicaties

Al de gegevens die voortvloeien uit zowel de terrein- als de laboproeven worden bijgehouden en verwerkt in verschillende applicaties. Alles begint bij de applicatie Geocore. Dit is een administratieve module waar de gegevens van de klant, de gegevens van de site, de soort proeven die moeten uitgevoerd worden, follow-up gegevens die de leidend ingenieur moet opvolgen, en de facturatie worden bijgehouden.

De twee andere administratieve applicaties zijn monsterbeheer en laborapportering.

De module laborapportering heeft tot doel om laboproeven op te volgen en rapporten te genereren. Bijkomend kunnen proevenprogramma’s van monsters geraadpleegd en indien nodig gewijzigd worden.

De module Monsterbeheer is de plek waar:

  • Nieuwe monsters worden ingevoerd
  • De palletten waar de monsters op staan worden beheerd (aangemaakt, opgevuld, eventueel verplaatst en vernietigd)
  • Bussen worden beheerd
  • Etiketten voor bakken worden aangemaakt
  • Allerlei lijsten van bussen worden aangemaakt
  • Monsters uit het systeem worden verwijder

Deze modules waren al grotendeels gebouwd op het moment dat Nico bij Geothechniek gestart is. De eerste focus was om de performantie van de applicaties te verhogen en de bugs weg te werken. Nadien zijn er nog extra features aan de bestaande applicaties toegevoegd. Deze applicaties zijn gebouwd met de volgende technologieën: Java 8, Hibernate 5.6.8, Spring 5.3.19, extjs 4.2.1, een Tomcat server & een PostgreSQL database.

Daarnaast gebruikt Geotechniek nog een groot aantal modules die geschreven zijn in Visual Basic. Dit houdt een risico in omdat Microsoft de ondersteuning van Visual Basic applicaties kan stopzetten en daarom moeten deze modules zo snel mogelijk worden omgezet naar Java applicaties. Het gaat hier om applicaties die meestal een file in een bepaald formaat inlezen. Die file is gegenereerd door het toestel die de proef heeft uitgevoerd. Deze gegevens worden ingelezen en bijgehouden in de verschillende modules. Met deze gegevens worden berekeningen gemaakt en gevisualiseerd in grafieken en rapporten. Ondertussen heeft Nico onderstaande applicaties omgezet naar Java met volgende technologiestack: Java 11, Spring Boot 2.7.4, Hibernate 5.6.11, GWT 2.10.0 & een PostgreSQL database.

De module Terreinvinproef

Deze module laat toe om de automatisch geregistreerde vinproef (uitgevoerd met het apparaat VANETESTER VDB) in te lezen. De module voorziet in de verwerking van

de meetresultaten van het terreinvinproefapparaat waarbij vier vinnen voor het apparaat VANETESTER VDB kunnen worden aangewend. Deze module genereert grafieken die de schuifweerstand weergeeft in functie van de hoekverdraaiing alsook de schuifweerstand in functie van de uitvoeringsdiepte van de diversevinproeven in 1 verticale. Verder is het ook mogelijk om de verkregen resultaten onder tabelvorm weer te geven.

De module Volumemassa- Watergehalteproef

Deze module heeft als doel het bepalen van de volgende karakteristieken van een grondmonster:

  • Volumemassa droog en nat
  • Watergehalte
  • Droge stof gehalte
  • Poriënvolume
  • Poriëngetal
  • Watergehalte bij verzadiging
  • Verzadigingsgraad

Deze gegevens worden berekend aan de hand van manueel ingegeven waarden. Deze proef wordt volledig uitgevoerd in het labo: de  grondmonsters worden verhit zodat  het aanwezige water kan verdampen

De module Samendrukkingsproef

Deze module voorziet in twee vormen van verwerking van de resultaten:

  • Een globale  verwerking van de proef waarbij  enkel de eindpunten  van  de trappen  in rekening worden gebracht.
  • Een verwerking die rekening houdt met alle meetpunten voor één enkele, aangegeven trap.

Deze module stelt  het belastings-zakkingsdiagram op voor de globale verwerking. Voor de verwerking per trap laat deze module toe om het tijd-zakkingsdiagram op te stellen. Daarnaast kunnen ook de grafieken ‘Belasting-poriëngetal diagram’, ‘Belasting-consolidatie/doorlatendheids coëfficiënt diagram’ aangemaakt worden.

De module Labovinproef

Deze module laat toe om de resultaten van de labovinproeven te verwerken. De labovinproef wordt 1 tot 5 keer uitgevoerd op éénzelfde monster. Van dit monster wordt ook het watergehalte bepaald.

Deze module maakt een grafiek aan die de schuifweerstand weergeeft in functie van de hoekverdraaiing. Verder is het ook mogelijk om de verkregen resultaten onder tabelvorm weer te geven.

In deze proef wordt de schuifspanning gemeten totdat de breuk optreedt. Na optreden van de breuk is er geen aflezing meer mogelijk. Enkele omwentelingen na de breuk, wordt de proef herhaald voor het bepalen van de verknede schuifweerstand.

De module Triaxiaalproef (in analyse)

De triaxiaalproef is een laboproef waarbij de schuifweerstandskarakteristieken van een grondmonster bepaald worden.

Deze module verwerkt de volgende types triaxiaalproeven:

  • geconsolideerd, niet gedraineerd (CU: consolidated undrained)
  • geconsolideerd, gedraineerd (CD: consolidated drained)
  • niet geconsolideerd, niet gedraineerd (UU: unconsolidated undrained)

Deze module verwerkt ook de vrije prismaproef (UC: unconfined compression).

De triaxiaalproef is één van de meest toegepaste proeven in het labo.

Werking van team

Nico werkt nauw samen met het ontwikkelteam van DOV – Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV). Dit project valoriseert de geotechnische, geologische, geothermische, hydrologische en bodemkundige gegevens in Vlaanderen. Die verzamelde gegevens over de ondergrond in Vlaanderen worden kosteloos ter beschikking gesteld. DOV kiest voor open data en werkt conform Vlaamse decreten en internationale afspraken.

Nico werkt in dit team met 2 deelsprints van 2 weken. Na 4 weken wordt een sprintreview gegeven voor de business. Ze hebben een daily sprint van ongeveer 30 min. Na analyse van een project worden stories aangemaakt waarvan de storiepoints in een beperkte groep van developers worden geschat. Voor iedere sprint wordt bepaald aan welke stories er zal gewerkt worden en worden taken gemaakt (van maximum 4 uur) onder die story.

Om alles mooi op te volgen werken ze uiteraard met Atlassian tools (Jira, Confluence & Bamboo).

 

Kom je graag nog meer te weten over dit onderwerp? Meer info hierrond kan je vinden via https://www.vlaanderen.be/departement-mobiliteit-en-openbare-werken/geotechniek